Deze witlofstrudel is heerlijk als lunchgerecht, maar kan, samen met een andere salade en een lekker toetje ook als avondmaaltijd gegeten worden. Het bittere van de witlof combineert goed met de romige mosterdsaus en de zoete smaak van het fruitleer. Het is een mooi voorbeeld van hoe lekker en verrassend een raw vegan maaltijd kan zijn. Moeilijk is het niet, het enige wat je wel nodig hebt is een droogoven (dehydrator) voor het fruitleer. Als je een oven hebt die je op lage temperatuur kunt instellen (rond de 40-47 graden), en je zet de deur ietsje open (met een theelepeltje bijvoorbeeld), kom je ook een eind.

Met alleen witlof is dit gerechtje al heel lekker, maar je kunt er ook paardenbloemblad, zevenblad, kraailook of daslook aan toevoegen. Of sinaasappelzest en walnoot… Garneren kan in deze tijd van het jaar bijvoorbeeld met madeliefje, forsythia of Japanse kweebloemen. 

Maak van te voren het fruitleer. Blend 2 bananen, 3 appels en 2 el citroensap. Spreid dit uit op een dehydrator-vel, zo’n 0,5-1 cm dik. Laat het drogen op 40-45 graden, en draai om zodra de bovenkant droog genoeg is. Leg het dit keer op een rooster zonder vel en laat het drogen tot het droog genoeg, maar nog wel buigzaam is. Dit duurt zo’n 8-10 uur in totaal.  Je kunt fruitleer ook een tijdje in de koelkast bewaren, in een afgesloten zak of bak. Is het fruitleer te droog geworden, en niet meer goed buigzaam? Laat het dan even in de keuken liggen zodat het vanzelf weer wat vochtiger wordt.

En nu de witlofvulling: snijd de witlof doormidden, verwijder het harde stronkje en snijd de witlof in plakjes. Voor de stevige dressing kun je kiezen uit zelfgemaakte cashewsaus, -crème fraiche of -yoghurt (ik had toevallig weer wat stevige zelfgemaakte cashewyoghurt), zure room of mayonasie met yoghurt/zure room. Roer hier een klein beetje mosterd door (ik vind mosterd al snel te veel) met wat citroensap en rozijnen. Roer dit door de witlof. Pak nu het fruitleer erbij, vul de helft met de witlof en rol op. Snijd in stukken.