Roomse kervel (Myrrhis odorata, schermbloemigen familie) is een prachtige, vaste plant, en een echte aanrader voor de (moes)tuin. De plant houdt van een voedselrijke, vochtige, bij voorkeur kalkhoudende grond, en je kunt hem o.a. in bermen vinden. Als je hem in het wild tegenkomt, zijn de onderscheidende kenmerken dat het blad sterk naar anijs moet ruiken, en dat het blad vaak wittige vlekken vertoont. Houd er rekening mee dat hij lid is van de schermbloemigen familie, met giftige familieleden! Hij wordt 60-120 cm hoog en bloeit in mei en juni met mooie, witte schermbloemen. Je kunt de bladeren, bloemen en zaden gebruiken. De bladeren ruiken sterk naar anijs, en zijn bruikbaar in verschillende gerechten.

De bloemen kunnen gebruikt worden in salades, fruitgerechten of als decoratie, maar veel interessanter is het om te wachten totdat de zaden zich beginnen te vormen. De onrijpe, groene zaden zijn namelijk net dropjes: als je ze heel jong eet kun je ze gewoon kauwen en doorslikken, als ze al iets rijper zijn kun je ze kauwen en daarna uitspugen. Daar hoeft geen suiker meer bij! De bladeren vervangen overigens (gedeeltelijk) suiker in gerechten, zoals in appel-rabarbercrumbles vanwege de stof anethole, die zoeter schijnt te zijn  dan suiker. Op de foto onderaan zie je hoeveel blad ik in een crumble doe. De crumble wordt er erg lekker van. Gebruik dus je eigen favoriete crumble recept, en voeg wat minder zoetstof toe, en lekker veel klein gesneden Roomse kervelblad. Je kunt nog nét rabarber gebruiken, omdat de plant na 21 juni weer voldoende kracht moet opbouwen voor het volgende jaar. Maar een appelcrumble met Roomse kervel is ook lekker! Van het blad en/of zaad kun je een anijslikeur maken door ze op wodka of een andere sterke drank te zetten. Zie ook het recept voor een appeldessert met Roomse kervelsaus hieronder. 

Bestel nu een Roomse kervelplant in de webwinkel

Recept: gebakken appeltjes met Roomse kervelsaus

Een leuk dessert dat je warm eet: gestoofde of gebakken appelpartjes met groene cashewsaus. De best wel aparte smaak van de Roomse kervelsaus combineert goed met de warme, zachte appeltjes.

Nodig voor 4 personen: 6 appels, in partjes gesneden, klokhuis eruit, water of wat kokosolie. Voor de room: 1/2e kop ongeroosterde cashews, bij voorkeur even in water geweekt (1 tot 4 uur, maar het hoeft niet persé), 6 vrij grote bladeren van de roomse kervel, 5 dadels zonder pit (bij voorkeur 1 uur geweekt, voor een gladder resultaat). Blend deze 3 ingrediënten met wat water (weekwater van de dadels) tot een gladde, groene saus.

Stoof de appelpartjes in wat water, of bak ze in een beetje kokosolie. Verdeel ze over 4 bordjes en serveer ze warm met de room erover.

Rabarber-appelcrumble met Roomse kervelblad

Neem je favoriete crumble recept (appel-rabarber of appelcrumble) en voeg lekker veel kleingesneden Roomse kervelblad toe, zie foto hierboven). Je hoeft nu minder zoetstof in de crumble te doen, ik schat 1/4e tot 1/3e minder. Bij mij gaan de rabarber, appel en Roomse kervel rauw de oven in, dus niet eerst gekookt of gestoofd. Het resultaat: een heerlijk dessert!