Dit recept is enigszins vergelijkbaar met het recept van de picada in het Basisboek Wilde Bladgroenten. Hoewel anders van samenstelling is het net zo kruidig en hartig, en combineert het goed met herfst- en wintergerechten. Het recept bevat weinig vet, en het water in de ‘kruidencrumble’ zorgt ervoor dat de knolselderij iets sneller gaart in de oven. Serveer het met aardappelpuree en salade.

Nodig voor de kruidencrumble voor 2-3 p:

4 el havermout (al dan niet glutenvrij)

2 teentjes knoflook

1 el olijfolie

(optioneel: 1-2 el ongeroosterde cashewnoten)

3-4 el gedroogde verkruimelde wilde groenten: ik heb witte dovenetel, hondsdraf en duizendblad gebruikt, van elk ongeveer 1 deel.

Peper, zout

Beetje water

En verder: per persoon 1 niet te dikke schijf knolselderij (geschild) en 1 schijf pompoen (geschild)

Verwarm de oven voor op 180 graden. Maal de havermout met knoflook en gedroogde groenten in de keukenmachine grofkorrelig. Doe dit mengsel in een kom en voeg olie, peper en zout toe, en zoveel water tot het een stevig-iets vloeibare massa is.

Smeer een bakvel heel licht in met wat olijfolie. Leg de schijven knolselderij en pompoen erop en beleg ze dik met het havermoutmengsel. Rooster ze ongeveer 20 minuten in de oven tot de groenten gaar zijn en de korst mooi droog, knapperig en gekleurd.

Meer van dit soort recepten vind je o.a. in het Basisboek Wilde Bladgroenten.