Hoe stralend rood de bessen van de Gelderse roos ook zijn, ze zijn rauw niet eetbaar en kunnen zelfs een ontsteking in de darmen veroorzaken. De schors wordt overigens o.a. gebruikt bij o.a. darmkrampen maar dat is weer een heel ander verhaal. Gekookt kunnen de bessen wel verwerkt worden, maar je moet ervan houden. De smaak is bitter en wat wrang, en daarom werden ze vroeger vaak als gelei bij wildgerechten gegeten, net als lijsterbessengelei of cranberrycompote. Hier toch een recept omdat het wel leuk is om ze toch eens te eten. Serveer een beetje van deze compote bij aardappelpuree en de knolselderij en pompoen met wilde kruidencrumble.

Nodig:

115 gram Gelderse roosbessen, al van de steeltjes geritst

2 middelgrote appels naar keuze, gewassen en in stukjes gesneden

2 el rijststroop

2 stukjes citroenschil

1 tl kaneel

Doe de bessen in een kleine pan en bedek ze met water tot ze net onder staan. Kook de bessen met de stukjes citroenschil ongeveer 10 minuten tot ze zacht zijn. Hang een zeef in een kom, doe de bessen in de zeef en druk de bessen plat, zodat de vruchtenpuree door de zeef wordt gedrukt. De platte pitten van de bessen blijven nu achter in de zeef.

Giet het opgevangen vocht/puree bij de appels in een pan en kook dit met voldoende water, zodat de appelstukjes niet droogkoken. Voeg de rijststroop toe, en vlak voordat de appels gaar zijn de kaneel.  Doe in een schaal en laat afkoelen.