Mierikswortel is een gulle plant met grote bladeren en grote en groeikrachtige wortels. De hele jonge bladeren zijn diep ingesneden om uit te groeien tot lange, langwerpige bladeren. Je kunt in de herfst of het voorjaar de plant opgraven, er een stuk wortel van oogsten, en de rest van de plant weer in de grond zetten. Knip dan wel het blad een eind terug, zodat alle energie even naar het opnieuw wortelen kan gaan. Het kleinste stukje wortel kan alweer uitlopen, zo sterk is de plant! En je hebt er geen grote hoeveelheden van nodig: mierikswortel is zo uitgesproken scherp dat een beetje in de saus of als medicijn al voldoende is. Houd er rekening mee dat de mosterdverbindingen (algemene naam voor al die stoffen) erg bijtend zijn, rasp de wortel dus voorzichtig, bij voorkeur buiten, en bescherm je ogen. Dezelfde stoffen maken de wortel ook erg geneeskrachtig: bijvoorbeeld bij hoofdholte ontstekingen, griep en verkoudheid en bij verteringsproblemen. Grotere hoeveelheden kunnen tot ontstekingen in de maagwand leiden.

Een mierikswortelsaus maak je eenvoudig door 1/2 eetlepel geraspte verse wortel te mengen met 125 ml crème fraîche, of zelfgemaakte vegan zure room of yoghurt (recepten hiervoor vind je in Basisboek Wilde Bladgroenten en Handboek Plantaardige en Rauwe Voeding). Voeg nu het sap van 1/2 citroen toe, en wat peper en zout.

Deze saus is, in kleine hoeveelheden heerlijk in dressings en bijvoorbeeld deze bietensoep:

Nodig per persoon: 1 middelgrote rode biet, geschild, 1/2e appel, mierikswortelsaus naar smaak, extra crème fraîche, zure room of cashewyoghurt, wat zout en peper. Optioneel: wat selderijblad of een stukje bleekselderijstengel, een beetje miso (als je meer zoet wilt: lichte miso en anders wat bruine rijstmiso), warm water. Doe alles in de blender, voeg het (in de winter) warme of hete water toe en blend alles tot een gladde, dikke soep. Proef of er nog wat bij moet van het één of ander en serveer direct.

Wij leveren mierikswortelplanten uit onze kwekerij.