Een eenvoudig recept, waarin je mooi, mals blad van zomergroenten kunt verwerken. Gebruik dus niet het taaie blad, maar ga op zoek naar jonge planten die wat later zijn opgekomen, of planten die eerder zijn afgemaaid of (door jouzelf) zijn afgesneden. De weegbreebloemen voegen geen revolutionaire smaak toe, maar vormen toch een mooie combinatie met de sjalot in de saus.

De groenten zijn hier gewassen en kleingesneden en vervolgens gestoofd in wat water met een beetje zout. De saus is een mooie tegenhanger voor het bittere melkdistelblad.

Nodig voor de saus:
15 smalle weegbree-bloemen (in en na de bloei, dus het mag ook het zaad zijn, in dat geval het zaad van het middenstuk ritsen. Als de bloemen nog in bloei zijn kun je de hele ‘aar’ gebruiken) – 1 ui of sjalot – 25 gram ongeroosterde cashewnoten – 100 ml water – 1 el vers citroensap – beetje olie – peper – zout. Fruit de ui in een klein beetje olie, voeg de weegbreebloemen toe, en laat al roerend even garen. Blend de cashew met het water tot een melk en voeg dit toe in de pan, samen met het citroensap, peper en zout. Laat snel en kort even inkoken tot de gewenste dikte. Serveer bij de gestoofde groente.

Op de foto’s hieronder zie je de bloemen van de smalle weegbree (Plantago lanceolata). Sommigen bloeien nog, dat is te zien aan de fijne witte uitsteekseltjes uit het bloemhoofd. Anderen zijn net uitgebloeid, met onrijp zaad. En weer anderen hebben al rijp zaad. In alle stadia kun je er wat mee doen, zoals in dit recept.